Zone Dilbeek

Gertrudis van Nijvel

GERTRUDIS (GEERTRUI, GEERTRUID, GERTRUDE, GERTRUUD) VAN NIJVEL

Gertrudis werd in 626 geboren als dochter van Pepijn van Landen en de heilige Ida van Nijvel en was de zus van de heilige Begga van Andenne die haar een godsvruchtige opvoeding gaven.
Ze was een mooie jonge vrouw die opviel door haar opmerkelijk verstand, haar menselijkheid en gastvrijheid.
Ze werd voortdurend belaagd door jonge mannen maar weigerde te trouwen en stelde haar maagdelijkheid in dienst van God met de beroemde uitspraak: “Ik wil geen andere echtgenoot dan Christus, mijn Heer en mijn God”. Ze liet zelfs haar haren knippen om er zo minder aantrekkelijk uit te zien.
In 640 stichtte haar moeder, die inmiddels weduwe was geworden, een dubbelklooster op het landgoed in Nijvel: één voor de mannen en één voor de vrouwen. Gertrudis werd benoemd tot de eerste abdis en haar moeder plaatste zichzelf als eenvoudige zuster onder haar leiding.
Gertrudis was zeer vertrouwd met de Heilige Schrift en blonk uit in de kennis van Gods woord – liet zelfs boeken uit Rome komen – en ze stelde alles in het werk om haar zusters bij te scholen.
Ze blonk ook uit in de naastenliefde en besteedde veel zorg aan armen en zwakkeren, zowel binnen als buiten het klooster. Haar dagen waren verdeeld in vasten en bidden en ze leefde in de grootste armoe maar liet in de buurt nieuwe kapellen, kerken, scholen en gasthuizen bouwen.
Op 30-jarige leeftijd was ze zo zwak van het waken en vasten dat ze de leiding van het vrouwenklooster overliet aan haar zus of nicht? en die van het mannenklooster aan de monniken.
Ze bereidde zich voor op haar dood maar bleef streng in vasten en bleef steeds een stug boetekleed dragen, waarin ze ook begraven werd. Ze overleed op 17 maart 659, in de leeftijd van ongeveer 33 jaar en ligt begraven in het klooster van Nijvel.

 

Nijvel: dit klooster, waarvan een belangrijk deel uit de Romaanse tijd bewaard is, dateert uit de 13de eeuw

 

 

 

Legende
Aan de kloosterintrede van Gertrudis is een verhaal verbonden. Een ridder (of was het een prins?) had een oogje op de jonge Geertruida en hij had haar zelfs ten huwelijk gevraagd. Gertrudis gaf echter de voorkeur aan het kloosterleven. Met een heildronk en de volgende woorden “Ik heb als bruidegom gekozen de eeuwige schoonheid die de oorsprong is van de schoonheid van alle schepselen; Hij die oneindig veel rijkdommen bezit en door de engelen wordt aanbeden” had ze afscheid genomen.
Maar de man bleef verliefd en probeerde alles in het werk te stellen om haar alsnog te krijgen. Hij verkocht er zelfs zijn ziel voor aan de duivel. Na zeven jaar was de termijn om en kwam de duivel zijn ziel opeisen. Maar omdat Geertruida bij het afscheid van haar ‘minnaar’ op zijn heil gedronken had, had de duivel geen macht over zijn ziel. Zo werd hij door haar verdiensten van de ondergang gered. Hierdoor ontstond het gebruik van de drank van de Sint Geertensminne: een heildronk op vertrekkende pelgrims en reizigers, voor een goede reis en behouden terugkeer. De heildronk werd ook toegepast op de doden om hun reis naar het eeuwige leven aangenamer te laten verlopen. Vele mensen geloofden dat de ziel, na het verlaten van het lichaam, de eerste nacht bij Geertruida bleef, de tweede bij de engelen en de derde tenslotte naar de plaats vloog die voor haar bestemd was. Dat zou de reden zijn waarom Sint Gertrudis wordt afgebeeld met muizen, zij symboliseren de ziel van overledenen.

Verering
Ze is niet alleen de patrones van de kerk van Sint-Gertrudis-Pede, waar haar polychroom beeld staat dat dateert van de beginjaren 1900 toen de nieuwe kerk werd ingezegend, maar ook van vele andere kerken. Ze is beschermheilige van ziekenhuizen, reizigers en weggebruikers, armen en weduwen, herbergiers, pelgrims; van tuin- en veldvruchten.
Ze wordt aanroepen tegen eczeem, koorts, oog- en zenuwziekten, reisgevaren, maar ook tegen muizen- en rattenplagen.

Hoe is Gertrudis patrones van Pede geworden?
Als jonge abdis bestuurde zij ons gewest. Omstreeks 650, tijdens een tocht door onze streek, bleef haar koets, getrokken door zes paarden, hier in de modder steken. Ze was verplicht om haar tocht naar Lennik te voet verder te zetten. Volgens de legende ontstond toen de naam ‘pede’ , de vertaling uit het latijn van ’ te voet’.
De legende van de heilige Gertrudis liet Pede niet los en er ontstond zowaar een bedevaartsoord.
Daarom liet Willem van Moortsel, een kasteelheer in Pede en leenheer van de abdij van Nijvel, ter ere van haar een kapel bouwen die in 1456 werd ingewijd.
In 1906 was de kapel heel bouwvallig, er stortte zelfs een deel in, toen werd de huidige kerk gebouwd die in 1907 werd ingezegend.
(Bron: website parochie Sint-Gertrudis-Pede).

Afbeeldingen
Gertrudis draagt een zwart habijt met zwarte of witte bovensluier. Omdat zij al op twaalfjarige leeftijd de gelofte van kuisheid aflegde, heeft ze soms een witte lelie in de hand.
Ze wordt ook afgebeeld als kanunnikes, aan haar voeten bevinden zich altijd één of meerder muizen; soms kruipen ze tegen haar habijt of abdissenstaf omhoog, soms zitten ze op het boek, wat dan verwijst naar een verhaal over de duivel die in de gedaante van een muis tevergeefs probeerde Gertrudis tot ongeduld of woede te brengen.
De muis kan ook andere betekenissen hebben:
– symbool voor de duivel die ook overal weet binnen te dringen
-of ze zou tijdens haar leven een muizenplaag bedwongen hebben
-of de zusters zouden met haar doodsbed door het klooster getrokken zijn, waardoor de muizen op de vlucht sloegen
-of nog de muizen zijn de zielen van de overledenen die eerst bij haar langs komen.

Andere attributen zijn kerk, waterput en spinrok (een stok waarop wol of vlas wordt gestoken waarvan de draad wordt gesponnen met behulp van een spintol of een spinnewiel). Soms knaagt een muis aan het garen, soms aan haar staf.
Een engel reikt haar een kroon aan, een duivel zit aan haar voeten.
Ook de voorstelling in vorstelijke kledij komt voor: daarbij ligt de kroon meestal op de grond en houdt ze een abdissenstaf in de hand. De andere attributen blijven behouden , maar daarnaast zijn vaak een kruisbeeld en een gesel toegevoegd om – in weerwil van de kleding – de nadruk te leggen op haar religieus leven waartoe zij door God werd geïnspireerd, wat ook verbeeld wordt door een duif boven haar hoofd.
Zeldzamer is een beker in haar hand die duidt op de Sint Geertenminne (minne in de betekenis van afscheid).

Haar feestdag wordt gevierd op haar sterfdag: 17 maart maar de liturgische kalender van Mechelen-Brussel zet haar feestdag op zondag 12 februari. Dit jaar vieren we dat in de Sint-Gertrudiskerk tijdens de eucharistieviering van 09.30 u

 

 

 

Heilige Gertrudis,
u staat niet op reclameborden, maar zoekt heel bescheiden een plaats in ons hart;
ook in deze tijd waar de herinneringen aan u en uw devotie lijken te vervagen.
U bent een heilige van deze streken, die de boodschap van Christus uitdroeg:
“Bemint een ander zoals u zelf bemind zou willen worden”.
Daarom bent u ook patrones van allen die langs hun levensweg

soms vertwijfeld een richting zoeken om uiteindelijk thuis te komen.
Om deze reden bent u ook de patrones van de Goede Dood en

ontstond uw Sint Geertensminne, een dronk op de behouden thuiskomst

– niet alleen hier – maar vooral ook op weg naar het huis van de Vader.
U die alles zo uitnemend bezit, laat ons iets van uw kwaliteiten delen.
Leer ons, zoals u, eenvoudig en onopvallend onze weg te gaan.
Amen.