Zone Dilbeek

Lectio divina

‘Lectio divina’ betekent ‘goddelijke lezing’ of ‘geestelijke lezing’ en duidt op het bidden met de bijbel. Het was het gebed bij uitstek van heel veel christenen – vooral in West-Europa. Het heeft zijn wortels in de joodse omgang met de bijbel en kende een enorme bloei in de Middeleeuwse kloosters. Het verwaterde echter: de kerkelijke hiërarchie had in haar reactie tegen het opkomende protestantisme geen vertrouwen in die manier van lezen in en bidden met de bijbel door zomaar iedereen. Pas in de vorige eeuw – jawel: de twintigste – kwam er een nieuwe heropbloei door terug te grijpen naar de middeleeuwse traditie. Richtinggevend was daarbij toentertijd een brief geweest van Guigo II (niet Guido, want dat was iemand anders!), een kartuizer die al in 1188 overleed. Hij schreef: “De lezing is het naarstig bestuderen van de heilige Schrift met een gespannen aandacht van de wil. De overweging is een werkzaamheid van het verstand dat zich met de hulp van de persoonlijke redenering toelegt op het navorsen van de verborgen waarheid. Het gebed is een vrome gerichtheid van het hart naar God om het kwade te vermijden en het goede te verwerven. Het schouwen is het boven zichzelf uitstijgen van de ziel, die zich in God verheft, terwijl ze smaakt hoe zoet de eeuwige zaligheid moet wezen”. Die vier in vetjes gedrukte onderdelen van de geestelijke lezing hebben ook een Latijnse naam: men spreekt respectievelijk van de lectio, de meditatio, de oratio en de contemplatio. We kunnen het in een kadertje zetten:

Lectio

Lezing

wil

Meditatio

Overweging

verstand

Oratio

Gebed

hart

Contemplatio

Schouwing

ziel

1. Lectio

Dit eerste deeltje heeft zijn naam gegeven aan het geheel van de vier deeltjes en vraagt de bijbel te lezen. Mensen zeggen wel ooit dat ze vroeger de bijbel niet mochten lezen. Dat is erg: de bijbel is Gods woord voor ieder van ons en niet alleen voor de clerus of de exegeten. Dat het vroeger niet mocht, mag vandaag geen excuus zijn om het nog altijd niet te doen. Het is overigens ook niet het tegenovergestelde van wat vroeger was: het is geen verplichte lectuur geworden. Het is gewoon een mogelijkheid: iets waar we voor kiezen, iets waartoe we besluiten. Onmisbaar is dan een bijbel. Koop er één als u er nog geen heeft: de Willebrordvertaling van de Katholieke Bijbelstichting. Kostprijs: ongeveer € 50. Op eenvoudige vraag van u zorg ik ervoor. En begin dan te lezen. Van kaft tot kaft is één mogelijkheid, maar dat kan tegenvallen: er zijn heel taaie delen waar je dan doorheen moet, maar waar je ook kan blijven steken. Kies daarom liever één van de 73 kleinere boeken, waaruit de bijbel is samengesteld. Lees bijvoorbeeld één van de evangelies, of één van de profeten, of… Je kan ook kriskras door de bijbel gaan en één van de lezingen van de dag nemen. In het weekblad ‘KERK&leven’ vind je telkens een kadertje met de verwijzingen naar de lezingen voor de eucharistievieringen voor de komende week. Of u kan voor enkele euro’s een liturgische volkskalender kopen. Als u wil, zorg ik er ook voor. Of u gaat op het internet: als u ‘Lezingen van de dag’ intikt, staan ze meteen op uw scherm. Lees de tekst aandachtig want God zelf is aan het woord. Lees de tekst wellicht een tweede keer. En daarmee bent u begonnen.

2. Meditatio

Mediteren bij een tekst heeft een dubbele beweging – zoals een balspel: ofwel ga of loop je zelf naar de bal ofwel komt de bal naar je toe gegooid of gerold: je beweegt je naar de tekst toe of je laat de tekst op je afkomen. Veronderstel dat je de zaligsprekingen gelezen hebt (Mt. 5, 1 e.v.): je kan naar de tekst toe gaan en je afvragen wat het betekent arm van geest te zijn, of zachtmoedig, of barmhartig,…. en je kan de tekst op je laten afkomen en je afvragen of je zelf arm van geest bent, of zachtmoedig of barmhartig…. De kerkvaders nodigen ons uit om in ieder geval te zoeken naar vier betekenissen:

· de historische
Je kan je afvragen of wat verteld wordt ook echt gebeurd is. Dan doe je er goed aan de werken van betrouwbare wetenschappers te raadplegen. Het gebeurt dat je daar iets vindt. Maar veronderstel dat je gelezen hebt over de doortocht door de Rode Zee (Ex. 14, 15 e.v.). Je zal daarover niets vinden in de annalen van Egypte. Toch heeft het enorme historische betekenis – maar dan een heilshistorische: het vertelt ons met absolute zekerheid dat God zijn volk bevrijdt als het in slavernij moet leven. Daar heeft de bijbel het over op elke bladzijde: over de heilsgeschiedenis, die de geschiedenis te boven gaat.

· de ethische
Je kan je vervolgens afvragen wat de tekst zegt over je levenswijze in deze wereld. Met een tekst als die over de afkondiging van de tien geboden (Ex. 20, 1-17), ligt die betekenis voor de hand: handel zo en je zal leven. Andere teksten geven hun ethische betekenis niet zomaar vrij. Om de tekst over de uittocht uit Egypte nog eens vast te nemen: daaruit wordt duidelijk dat slavernij niet kan, dat leven in vrijheid diep menselijk is en dat alles in het werk moet gesteld worden om de vrijheid te bewaren of te bewerken – in welke omstandigheid ook, voor jezelf of voor anderen.

· de theologische
Je kan je verder afvragen wat de tekst zegt over God. Uit het verhaal over de doortocht komt God over als een bevrijdende god. Maar welk beeld krijgen we van God als we lezen over de verwoesting van Sodom en Gomorra (Gen. 19, 1-29)? Misschien hoef je zo’n god niet, maar ja…: God is ook dat, God is ook zo. Een afwijzing daarvan is een teken van ongeloof.

· de mystieke
Je kan je tenslotte afvragen wat de tekst zegt over je relatie met God. Het antwoord op die vraag vertelt je in hoeverre je lijkt op God. Naar aanleiding van het verhaal van de uittocht wordt duidelijk in hoeverre God door jou vandaag bevrijdend in deze, onze wereld kan zijn – en niet (zoals velen denken) – in hoeverre ik bevrijdend in de wereld sta (het is immers goed mogelijk dat ik van mezelf wel denk heel bevrijdend te zijn, maar dat ik eigenlijk in het diepst van mezelf een absolute tiran ben voor mijn omgeving).


3. Oratio

De bijbeltekst, die je gekozen had voor je geestelijke lezing, heb je nu al minstens één keer gelezen en de betekenis ervan is voldoende duidelijk. Het gaat daarbij niet zozeer om weten en kennen, maar om aanvoelen: je weet – of beter: je voelt – wat de tekst zegt of vertelt. Je kan die tekst nu opzij leggen en – zoals men zegt – overgaan tot de orde van de dag, maar je kan er nu ook mee bidden. Enerzijds wil dat zeggen dat je je tot God richt: in plaats van over God te spreken, spreek je nu tot Hem. Ooit woonde ik de verdediging bij van een doctoraat aan de KULeuven. Toen de doctorandus het woord kreeg, nodigde hij de aanwezige professoren, wetenschappers, collegae, familie en vrienden uit recht te staan en samen te bidden. Ook al was het aan de faculteit Godgeleerdheid, er heerste meteen een algemeen gevoel van onbehagen en niet één aanwezige op tien stond inderdaad ook recht – de negen anderen waren alleen gekomen om over God ‘op hoog academisch niveau’ te horen spreken. Of wellicht herinnert u zich het moment waarop paus Franciscus na zijn verkiezing voor het eerst op het balkon van de Sint-Pietersbasiliek verscheen en alle aanwezigen uitnodigde tot een gebed. Als het al niet in beide gevallen een breuk betekende, dan was het toch een hele ommekeer. Om te bidden is die ommekeer zelfs noodzakelijk: zonder gerichtheid op God, zonder God aan te spreken, zonder ‘U’, of ‘Gij’ of misschien zelfs ‘Jij’ is er geen gebed.

Anderzijds wordt de inhoud van je gebed bepaald door de tekst, die je gelezen hebt. Je bidt andere dingen en anders nadat je het verhaal over de geboorte van Jezus gelezen hebt dan nadat je het lijdensverhaal gelezen hebt: je kan bidden om de houding van één van de personen in de tekst te mogen ontvangen (die van de herders bv. uit het kerstverhaal, of die van de apostel Johannes uit het lijdensverhaal – waarbij ik aanneem dat u niet zal bidden om zoals koning Herodes te worden of zoals Judas Iskariot…); je kan God danken om één of ander gebeuren uit de heilsgeschiedenis (om de schepping bv. of om Gods herhaald bevrijdend optreden); je kan God danken omdat Hij zo is en niet anders (barmhartig of vergevensgezind of…). Het helpt als je je gebed opbouwt aan de hand van de vier hoger besproken betekenissen die je volgens de kerkvaders in een bijbeltekst kan ontdekken. Zo kan je bv. eerst verwijzen naar de schepping (wellicht zo: ‘Heer, onze God, aan het begin van de tijd hebt Gij de mens geschapen naar uw beeld en gelijkenis’: de heilshistorische betekenis), om je dan verder in te leven in het scheppingsverhaal alsof je er zelf bij betrokken bent (bv.: ‘Ook ik ben beeld en gelijkenis van U en wil dag na dag meer en meer op U gelijken’: de ethische betekenis) en te gaan inzien hoe vooral Jezus God-met-ons was (je bidt dan verder bv. ‘Laat uw Zoon Jezus daarbij niet alleen mijn groot voorbeeld zijn, maar moge Hij door mij zijn werk verderzetten’: de theologische betekenis) om zoals Hij God als een echte Vader te erkennen (je mag dan bidden: ‘Ik vraag U te mogen delen in zijn kinderlijke gevoelens voor U’: de mystieke betekenis).

Let wel: dit is slechts een voorbeeld, een mogelijk benadering van het scheppingsverhaal. Er zijn immers vele andere invalshoeken: de zonde van de eerste mensen en van jezelf, of de natuur in al zijn pracht, of….


4. Contemplatie

Met de oratie zit voor het gebed onze aandeel er op: zoals wij de tekst van de bijbel niet geschreven hebben, zoals wij die voor onze geestelijke lezing ontvangen hebben, zo is ook de contemplatie niet iets dat we zelf kunnen doen, bewerken, uitlokken, veroorzaken of in de hand werken; zoals de Heer de auteur is van de bijbeltekst, zo is Hij ook de bewerker van de contemplatie. Wat is contemplatie? De letterlijke betekenis van het woord kan ons op weg zetten. We herkennen er het woord ‘tempel’ in: een stuk gewijde grond of een bedehuis, en taalspecialisten vertellen ons dat het eerste deeltje daarvan ‘tem-’ oorspronkelijk ‘uitsnijden’ betekent en dat ‘temp’ (met een letter meer dan tem-) ‘uitstrekken’ betekent om de vrijgemaakte plaats voor een altaar vrij te maken. Contemplatie is dan de waarneming – of preciezer: de observatie – van wat zich in die ruimte bevindt of van wat zich daar afspeelt. In het christendom is contemplatie een vorm geworden van aandacht voor de aanwezigheid van de levende Heer. Dat is een mondvol, maar het komt vooral neer op een open aandacht, een open geest d.w.z. één, die leeg en vrij is van alle eigen inhoud; één, die bijgevolg onbevooroordeeld kan gevuld worden met wat er van buiten op afkomt. Wat van buiten komt is in de contemplatie de goddelijke werkelijkheid, de goddelijke aanwezigheid. Contemplatie is het zich bewust worden of zijn van die werkelijkheid, van Gods aanwezigheid en nabijheid.

Je hebt bv. het scheppingsverhaal gelezen (de lectio), je hebt er wat achtergrondinformatie bij gezocht of gekregen (de meditatio) en je hebt door dat verhaal geïnspireerd gebeden (de oratio), dan zie je nu God aanwezig in de natuur rondom u. Je bent dan anders dan vele anderen, die alleen de platte werkelijkheid zien: voor hen is er geen God, die dat alles geschapen heeft – laat staan in stand houdt en als ze al een god willen zien aan de oorsprong ervan, dan een god die zich nu van zijn schepping niets meer aantrekt. Maar je bent ook anders dan vele andere anderen, die de natuur en de schepping verafgoden en menen dat de mens de natuur kan ‘maken of kraken’. Eigenlijk zie je in de schepping alleen maar God – een zien dat wel eens de ‘visio beata’ genoemd wordt: de – letterlijk vertaald – ‘gelukzalige aanschouwing’ want het zien ervan alleen al vervult je van ‘overgrote vreugde’ – te vergelijken met de overgrote vreugde van de Wijzen uit het oosten, toen ze tussen miljoenen andere sterren één ster zagen, die hen naar het Jezuskind verwees, die hen naar God verwees, naar Gods aanwezigheid in heel het heelal. Dat is niet voor iedereen: God laat zich zien aan wie Hij wil, nl; aan mensen, die omgaan met zijn woord zoals het opgetekend staat in de Schrift.

Sint Thomas van Aquino (de grootste theoloog uit de Middeleeuwen) schreef dat het voor een menselijke gemeenschap absoluut noodzakelijk is dat ze in haar schoot mensen heeft, die zich toeleggen op een contemplatief leven – mensen dus, aan wie God zich laat zien en die zo weten waar het echt op aankomt.

Ik hoop dat jij er binnenkort één van bent, omdat je je toelegt op de lectio divina…..

Je zal een persoonlijk geluk kennen zoals nooit eerder in je leven en voor onze parochies zal je onschatbaar zijn.

 

Dr. L.Cauwenbergh, zonepastoor