Rochus werd geboren in de Franse stad Montpellier in 1295 als enige zoon van Joannes en Libera, vrome gegoede burgers. Vanaf zijn geboorte had hij op zijn linkerzij een wijnvlek in de vorm van een kruis wat men toen beschouwde als een teken van God.
Volgens een legende zou vader op zijn sterfbed aan zijn zoon opgedragen hebben om altijd trouw de Heer te dienen, met milde hand de bezittingen en goederen te verdelen onder de armen en de hospitalen en armen gul te dienen. Op twintigjarige leeftijd verloor hij zijn moeder en kwam hij de beloften aan zijn vader na: hij gaf zijn geld aan de armen en vertrouwde het beheer van zijn goederen toe aan een oom. Hij hulde zich in pelgrimskleren, zette een hoed op zijn hoofd, hing een knapzak over zijn schouder, nam een stok in zijn rechterhand en vertrok.
Na een lange reis door allerlei gebieden kwam hij aan in Rome, waar de pest heerste. Hij werd bekend omdat hij de zieken genas door over hen een kruis te maken. Toen hij alle zieken had genezen bemerkte hij dat de pest ook hem had getroffen aan zijn been. Hij trok zich terug in een bos, bang dat hij anderen zou besmetten.
Niet ver van dat bos woonde Gotthard die en speelse jachthond had. De hond stal elke dag een stuk brood van tafel en verdween ermee. Gotthard werd nieuwsgierig en op een dag ging hij zijn hond achterna en vond zo Rochus, waaraan de hond elke dag een stuk brood bracht. Uiteindelijk genas Rochus door de verzorging van engelen, hij ging terug naar Montpellier waar een burgeroorlog heerste. Niemand herkende hem, zelfs zijn eigen oom niet, en hij werd gevangen genomen want men dacht dat hij een spion was. Vijf jaar later, op 35-jarige leeftijd stierf hij in de cel.
Toen hij stierf verscheen er een engel in glanzend licht die verkondigde dat allen die hem aanriepen tegen de pest genezen zouden worden. Aan de moedervlek werd Rochus herkend – ook door zijn oom die hem als rechter had veroordeeld. Hij liet zijn lichaam met eerbied wegnemen en ging als schuldbekentenis vele lijkdiensten bijwonen.
Vanwege zijn overwinning op de pest maar ook vanwege zijn goedheid en weldaden werd en wordt hij in Frankrijk volop vereerd, zeker toen de Zwarte Dood halverwege de veertiende eeuw door Europa raasde. Deze verering werd overgenomen in Venetië, een stad die door haar ligging (haven, water) erg kwetsbaar was voor de pest. In 1485 werden zijn relikwieën naar Venetië gebracht en in 1520 werden ze daar in de kerk bijgezet. Zijn relikwieën werden door vele pelgrims bezocht en ook de doge van Venetië bezocht jaarlijks zijn graf. Ofschoon nooit officieel heilig verklaard werd Rochus’ verering goedgekeurd op een concilie van Konstanz (1414-1418). Paus Gregorius XIV heeft hem in de zestiende eeuw toegevoegd aan de officiële lijst van heiligen van de kerk waarbij16 augustus als officiële feestdag werd vastgelegd. Rochus werd als pestheilige aanroepen tegen pest, nu deze ziekte gelukkig niet meer heerst wordt de heilige Rochus aanroepen tegen alle besmettelijke ziekten, epidemieën en woekerende ziekten alsook tegen pijn in de voeten, knieën en benen maar ook tegen hondsdolheid, veepest en allerhande ongelukken. Hij is de patroon van de gevangenen, zieken, ziekenhuizen, artsen en chirurgen, apothekers, doodgravers en nog vele anderen.
Hij wordt afgebeeld als pelgrim die zijn kleed optrekt en naar een wonde (pestbuil) wijst. Een hond staat er steeds bij met brood in zijn muil, soms likt hij aan de wonde. Andere voorstellingen tonen Rochus in gezelschap van de engel die hem verpleegde, soms met een strook waarop staat ERIS PESTE PASTRONUS (vert.: ‘Gij zult de beschermer tegen de pest zijn’).
Sint Rochus in de kerken van onze zone
In de Sint-Rumolduskerk staat vooraan bij het hoofdaltaar een enigszins beschadigd beeld (de stok is er niet meer en het stuk brood in de muil van de hond is afgebroken)met eiken voet uit 1866. Het was de gift van een parochiaan.
In de Sint-Martinuskerk vinden we een polychroom beeld van Rochus met de engel die hem verzorgd, aan zijn voeten de hond met in zijn muil een stuk brood.
In de Sint-Pieterskerk te Itterbeek hangt er een schilderij ‘Sint Rochus door een engel verzorgd’ toegeschreven aan Casper de Crayer en in de nis erboven staat er ook een beeld die je hieronder vind.
Gebed
In middeleeuwse missalen werd in de votiefmissen van Rochus dit gebed gebeden:
God, uw heerlijkheid komt tot uiting in de glorie der heiligen
en in alle voorsprekers voor uw troon,
vooral als u onze gebeden op hun voorspraak verhoort.
Daarom bidden wij:
geef dat uw volk, dat zich in alle vroomheid toewijdt aan uw dienst,
op voorspraak van uw belijder, de heilige Rochus, gespaard mag blijven
van de epidemieën en ziekten die hij in zijn lichaam verdroeg
ter ere van Uw Naam.
Door Christus Onze Heer.
Amen.