Beschut onder de takken van een grote boom vinden we een Mariakapel op de grond van de familie Pappaert rechtover Kauterstraat 10 te Schepdaal. Bij het huis hoorde een niskapel toegewijd aan de heilige Jozef, die zich nog steeds op de binnenkoer onder het terras bevindt – m.a.w. ontoegankelijk voor het grote publiek. Daarom wilde het echtpaar Pappaert graag ook een Mariakapel bouwen, maar dan één aan de straat binnen het bereik van al wie er zou willen bidden. Samen met metser De Beys gingen ze in de wijde omgeving op zoek naar kapelletjes om te kijken welke vorm ze konden geven aan hun kapel. Toen ze tot een beslissing hierover kwamen werd in 1984 de huidige kapel gebouwd op de hoek van hun weiland. Er werd een pad naar en een bloemperk (nu geleidelijk met ‘vaste’ planten) rond de kapel aangelegd. Een eenvoudig, plaasteren Mariabeeld vonden ze in de benedictijnerabdij in Dendermonde. Nog in datzelfde jaar werd de kapel ingewijd door pastoor Gust Goossens met een kleine viering. Smeedijzeren traliewerk en verstevigd glas willen het beeld beschermen tegen vandalisme. Bij schemerlicht begint een kaars te branden gevoed door een klein zonnepaneel. Aanvankelijk werd er wel eens een rozenkrans gebeden. Wandelaars hielden en houden even stil of maken een kruisteken.
Bij het beeld staat ook een foto van broeder Isidoor (1881-1916). Hij trad in bij de Passionisten als lekenbroeder onder de naam van broeder Isidoor van de heilige Jozef. Hij is beter bekend als ‘broeder Goed’ door zijn intens gebedsleven, zijn liefdadigheid en zijn eenvoud. Omdat enkele wonderen aan hem toegeschreven worden, werd hij in 1984 zalig verklaard door Johannes Paulus II.
Er staat ook een klein beeldje van de Heilige Theresia alsook een klein kadertje met kruis en Maria van Medugorje: een bergdorp in het zuiden van Bosnië en Herzegovina. Het werd bekend door een reeks verschijningen van Maria die er sinds 1981 zouden plaatsvinden. Het is sindsdien een bedevaartsoord geworden. De Rooms-katholieke Kerk heeft dit bedevaartsoord tot nu toe niet erkend.
Bovenaan hangt een rozenkrans geschonken door de zus van een missionaris.
Het onderhoud van de kapel is nu verzekerd door Julia zelf. Twee buurtbewoners hebben beloofd haar zorg over te nemen zodra nodig. Ze is wel bezorgd over de toekomst van haar kapelleke maar ze hoopt dat deze daar nog lang mag blijven staan of op een andere plaats wordt heropgebouwd