Zone Dilbeek

ELIGIUS VAN NOYON

Misschien kennen jullie deze heilige beter onder de naam van Sint Elooi.
Wie was deze heilige?
Hij werd geboren rond 590 in Chaptelat, een dorp nabij Limoges en omstreeks 666 gestorven in Noyon.
Hij was de zoon van een pottenbakker en wou smid worden en wordt daarna opgeleid als goudsmid waarvan hij ook de patroonheilige is.
Een verhaal gaat dat de zwangere moeder van Eligius driemaal tijdens een droom door een adelaar werd bezocht en een boodschap kreeg. Ze durfde niemand naar de betekenis van dit te vragen maar na de geboorte werd haar uitgelegd dat haar zoon een belangrijke rol in de kerk zou spelen en heilig zou worden!
Koning Chlotarius II vroeg hem een gouden troon te maken versierd met edelstenen.
Eligius, die heel eerlijk en betrouwbaar was, gaf het resterende goud terug waardoor hij door de koning benoemd werd tot muntmeester van Marseille en zo een plaats verkreeg in de hofhouding.
Door de opdrachten die hij kreeg werd hij rijk maar er was geen arme die tevergeefs bij hem aanklopte, hij kocht in de haven van Marseille slaven vrij en zorgde dat de terechtgestelde misdadigers een fatsoenlijke begrafenis kregen.
Voor Koning Dagobert de Eerste was hij een belangrijk adviseur maar na diens dood verliet hij het hof en werd tot priester gewijd.

 

Na het overlijden van de bisschop van Noyon-Tournai in 640 volgde hij hem op met de steun van zowel de andere geestelijken als het volk. Zijn bisdom was heel uitgestrekt en omvatte grote delen van de huidige provinciën Oost- en West-Vlaanderen.
Hij probeerde met grote ijver de laatste restanten van heidens geloof onder zijn mensen te vervangen. Hij predikte met zo’n kracht en overtuiging – hij hamerde het geloof er werkelijk in – dat hij een beetje als een soort Thor werd bekeken. En dus werd hij al snel afgebeeld met het belangrijkste attribuut van die god: de hamer.
Hij bouwde kerken en kloosters en werd zo één van de grondleggers van onze christelijke cultuur en wordt ook ‘de Apostel van Vlaanderen’ genoemd.
Op een van zijn lange tochten wilde Eligius een kleine kapel bouwen voor de kersverse gewonnen christenen. Een kleine jongen met een sterke, gewillige os hielp hem daarbij. Terwijl ze samen biddend en zingend aan het bouwen waren sprong er een woeste beer uit het woud die de os helemaal verscheurde. Eligius beval de beer, in Gods’ naam, om als boetedoening voortaan het werk van de os te doen. Meteen verloor de beer zijn woestheid, boog zijn hals om het juk te laten omleggen en deed het werk van de os.
De plaats waar dit gebeurd zou zijn ligt aan de oever van de Oise en heet Ourscamp, dat wil zeggen Berenkamp, er staat nu een abdij.

 

 

Het leven van Sint-Elooi is met legenden doorspekt maar ik wil er u toch nog eentje meegeven:
Al op jonge leeftijd leerde Eligius hoe hij metaal kon bewerken en bleek een voortreffelijke leerling. Hij werkte voor een smid – die zijn eigen kunnen heel hoog prees – toen op een dag een weerspannig paard werd binnengebracht waar zelfs de meester geen raad mee wist. Eligius ging rustig naar het paard, nam het been eraf, voorzag de hoef van nieuw ijzer en zette het been weer aan de romp van het paard dat vrolijk weg draafde. De baas wou dit natuurlijk ook doen maar bij hem begon het paard hevig te bloeden waardoor hij de hulp van zijn knechtje moest inroepen. Eligius wou hem alleen maar helpen als hij het bord met de tekst: ‘meester boven de meesters’ zou wegnemen. Toen dit gebeurde hield het paard op met bloeden, hij zette het been er weer aan en het paard verliet al hinnikend de smidse. Hierdoor is Eligius de patroonheilige van hoefsmeden en veeartsen, alsook van nog tientallen andere beroepsgroepen die hem als patroon kozen.

Op 1 december 660 zou hij na een korte ziekte gestorven zijn in Noyon.

Eligius wordt voorgesteld als bisschop, edelman of smid, soms in het gezelschap van één of meerdere bedelaars aan wie hij brood of kleren geeft.
Attributen zijn natuurlijk een aambeeld en/of hamer, kelk, tang en ketenen.
Hij wordt aanroepen tegen paardenziekten, zweren, epidemieën, kinderziekten en geldgebrek.

Zijn feestdag valt op 1 december. Die wordt ‘Koude Elooi’ genoemd en op zijn translatiefeest – feestdag waarop de (plechtige) overbrenging van de relieken van een christelijke heilige wordt herdacht – vieren we op 24 juni, wat dan ‘Warme Elooi’ wordt genoemd.

 

WIST U DAT?
– er in Sint-Martens-Bodegem tot midden vorige eeuw een processie was ter ere van Sint-Elooi, de zogenaamde Wegom van Sint Eligius? Op die processiedag kwamen alle boeren uit de omgeving met hun paarden naar de kerk van Bodegem. Ze vertrokken vandaar via de Sint-Martinusstraat, de Sint-Elooistraat, de veldweg naar de Sint-Niklaasstraat en de Bruekauterstraat. Het prachtig verguld met vier engeltjes versierd reliekschrijn werd eerbiedig meegedragen (door houtworm blijft er nu niets mee van over) en onderweg hielden ze halt bij de kapelletjes die er nu niet meer zijn.
Het was gebruikelijk om na de ommegang de paarden en in één beweging ook de vele omstanders, te zegenen. Hiervoor liep de pastoor op, jawel, op de kerkhofmuur langs de Sint-Martinusstraat. Daar stonden de paarden vastgebonden aan ingemetselde metalen ringen die alleen daarvoor dienden.
Achteraf volgde in de kerk nog het lof met de ‘Litanie van Sint Eligius’ waaraan iedereen traditiegetrouw deelnam.
– het gebruikelijk was op de feestdag van Sint Elooi dat de landbouwers hun schuld gingen afbetalen bij de smid? Ze kregen dan een pint en een snede hesp.

(Bron: Bodegem in vroegere tijden BKW 2017).

 

SINT ELIGIUS IN ST.-MARTENS-BODEGEM

In de rechterzijbeuk van de Sint-Martinuskerk bevind zich een altaar met daarop het 18de eeuwse houten beeld die de heilige toont in bisschoppelijke tuniek met een hamer in de ene hand, een staf in de andere en een aambeeld onderaan.

 

 

 

 

 

 

Gebed

God, omdat Eligius zoveel van U hield, hebt U hem tot bisschop gemaakt.
Hij heeft veel mensen in Vlaanderen tot het geloof gebracht.
Laat ook ons steeds in U blijven geloven.
En help ons, als we het moeilijk hebben, op voorspraak van de heilige Eligius.
Amen.