Misschien hoorde je al eerder van deze vertelvorm, Godly Play, misschien nog niet. De kandidaat-eerstecommunicanten, broers en zusjes, hun ouders maakten het nog niet eerder
mee. Ze wisten niet wat te verwachten.
Eén voor een mogen ze naar binnen wanneer ze klaar zijn om het verhaal te beluisteren. In een kring rond Tine, de verteller, zitten ze dan. Tine heeft een gouden doos mee. Goud is
kostbaar: ook parabels zijn kostbaar. De doos is oud: parabels zijn wel 2000 jaar oud. De doos heeft een deksel: een parabel opent zich voor jou, vandaag, misschien in de toekomst.
Tine opent de doos en legt alles klaar voor het verhaal. Ze vertelt over de vreemdeling uit Samaria die van Jeruzalem naar Jericho trekt. Onderweg wordt hij overvallen door rovers en
voor dood achtergelaten. Wat er verder gebeurt weet je allicht. Zo niet: lees dan zeker eens de parabel in het evangelie van Lucas (Lc 10,25-37).
Na het verhaal worden de kinderen uitgenodigd zich te verwonderen met enkele vragen zoals ‘Hoe zou het verhaal gelopen zijn als de voorbijgangers vrouwen waren? Of kinderen?’ En
dan gaan ze zelf creatief het verhaal verwerken.
Nadien nodigt Tine uit om feestelijk af te ronden. Met een witte servet maken ze een tafeltje waarop een trosje druiven en een bekertje water wordt geplaatst. Na een kort gebed genieten de kinderen van wat voor hen staat. Tenslotte wordt opgeruimd.
Dit Godly-Play-avontuur bereidt de kandidaat-eerstecommunicanten voor op hun eerste communieviering: het evangelie en de eucharistie.
Marleen, catechiste