De woestijn…….
Het evangelie van de eerste zondag van de vasten vertelt er ons over.
Jezus wordt door de Geest naar de woestijn gedreven, een plaats waar geen mensen zijn.
Gedurende 40 dagen wordt Hij er in de eerste plaats met zichzelf geconfronteerd.
Omdat hij de beproevingen van Satan goed weerstaat wordt deze plek van stilte en wilde dieren een paradijselijke woestijn.
Hij blijft er niet….
Na de stilte van de woestijn begint Jezus te spreken, te verkondigen en mensen op te roepen :
“De tijd is gekomen, het Rijk Gods is nabij. Bekeer u en geloof in de Blijde Boodschap.”
Een verblijf in de woestijn….wat zou er met je gebeuren als je daar zou zijn …alleen ?
Je komt er jezelf tegen, wat je goed kan en waar je tekort schiet. Van daaruit kan je dan op weg gaan, met Gods woorden als leidraad om zo mee te bouwen aan het Rijk van God.
Deze veertigdagentijd krijgen we elke zondag iets mee naar huis, om er een “kijktafel” mee te bouwen. Iets tastbaar om niet te vergeten wat we in de kerk gehoord hebben.
Deze keer was het een zakje zand om ons te herinneren aan de woestijn.
Het is er stil, je wordt er stil maar je blijft er niet.
Neen, je wordt uitgenodigd om anders te gaan leven …om met Jezus op weg te gaan
een steen / een berg……
De eerste lezingen in de vieringen van de vasten vertellen steevast over één van de belangrijkste episodes in de heilsgeschiedenis. Op de tweede zondag wordt een verhaal verteld uit de tijd van de aartsvaderen: het offer van Isaäk.
Dat verhaal is een sage: een sage is de neerslag van meerdere ervaringen, die een volk in de loop van zijn geschiedenis opdeed en toegeschreven worden aan de stamvader en zijn familie.
Zo heeft het joodse volk zich in herhaling gebonden gevoeld met het brandoffer op een altaar.
We mogen denken aan de slavernij in Egypte, aan de ballingschap in Babylon,… en voor onze tijd aan de Holocaust.
Telkens wordt zo’n binding ook verbonden met bevrijding: weg uit de slavernij, weg uit gevangenschap. Die bevrijding maakt dat er een meer intense, een meer innige band met God mogelijk wordt: na de slavernij en de bevrijding uit Egypte sluit het joodse volk een verbond met God op de Sinaï. De berg is dan gewoonlijk het symbool, het teken van een nauwere band met God.
In de vasten willen wij ons daarvan bewust worden: na de zondvloed sloot God met Noë een verbond en verwachtte van Noë geen tegenprestatie.
Na de bevrijding uit Egypte wil Jahweh alleen maar bij zijn volk zijn.
Wij kregen een steen mee naar huis: een berg in miniatuur om op het zand te leggen van onze woestijn in miniatuur.
Die steen wil ons doen denken aan onze band met God – voor de één een losse band, voor een ander een intieme band, voor nog een ander nog een andere band.
Gooien met koperen muntjes……
De 10 geboden. Ken je ze nog ? Leerde je ze al in de godsdienstles ?
Je kan ze misschien afdreunen… Bovenal bemin één God. Zweer niet ijdel, vloek nog spot….
Maar volhouden ernaar te leven, kun je dat ? Neen, dat kan je niet !
Zolang de omgeving je helpt om deze geboden na te leven, lukt het nog wel.
Er werden kerken gebouwd, vieringen georganiseerd, het hele dorp ging op zondag naar de mis en je ging mee om te bidden en samen God te eren. Het gezin, als hoeksteen van de maatschappij, werd beschermd en gezinnen bleven samen door dik en dun.
Nu onze maatschappij deze ‘wetten’ echter loslaat gaan steeds minder mensen op zondag naar de kerk, partners gaan uiteen en kinderen leven in gebroken en nieuwe samengestelde gezinnen.
Je merkt hoe je zelf steeds gemakkelijker een zondag overslaat om naar de mis te gaan en je denkt ook: ‘waarom samen blijven als het niet meer gaat ?’
En Jezus gooit de tafel van de geld wisselaars in de tempel omver (Johannes 2: 13-16). De tempel staat voor de Joodse gemeenschap en Joden konden er alles doen: geld wisselen, waren kopen, nieuwtjes delen…maar is dat het leven naar Gods wet ? Neen ! Meer nog: Jezus wil je laten zien dat wat je ook doet, als mens, je altijd zal tekort schieten.
Moet je dan met die gedachte verder ? Je kan het niet, je bent een zondaar, wat je ook doet ?
Voor ieder die dit inziet, toont Jezus de weg. Hij spreekt over de tempel die in drie dagen zal verrijzen en daarmee spreekt Hij over zichzelf.
Jezus sterft en verrijst om door jou verder te leven.
Als je Hem toelaat door jou te leven dan wordt een leven naar Gods wet, een leven dat gelukkig maakt, het leven zoals God het graag wil, mogelijk.
Sta je daar even bij stil als je je koperen muntjes in het zand van je kijktafel gooit ?
Opkijken naar een slang
In de eerste lezingen gedurende de vasten lezen we onszelf door de geschiedenis van het Joodse volk. We zijn deze week aanbeland bij de ballingschap in Babylon. Deze ballingschap was een bestraffing van God. Vele jaren heeft het joodse volk zich afgevraagd waarom dit met hen gebeurde. Slechts na honderd jaar kwamen ze tot inzicht, ze hadden wel hun geloof maar beleefden dit niet op de juiste manier. Volgens de Bijbel maakten ze zich schuldig aan de “gruweldaden” van de heidenen. Het eerste wat door je hoofd schiet zou wel eens moord en diefstal kunnen zijn, maar niets is minder waar. Eén van de daden waar ze zich schuldig aan maakten, was de verkoop van offerdieren in de tempel. Wanneer ze dit inzagen werd hun straf opgeheven en konden ze terug naar hun eigen land.
In het evangelie van deze week opent Jezus met de verwijzing naar het Oude Testament; hij verwijst naar een verhaal in Numeri (21:5-9).
Het Joodse volk wordt in de woestijn aangevallen door gifslangen en vele stierven. God geeft Mozes de opdracht een bronzen slang te smeden en deze op een stok te verheffen. Iedereen die door een slang gebeden was, overleeft wanneer hij opkijkt naar de slang.
Ze mochten niet weglopen van hun probleem; het is belangrijk ze onder ogen te zien.
Jezus gebruikt deze verwijzing om over zichzelf te spreken. Hij, als zoon van God, zal ook opgeheven worden op een stok: zijn kruis.
De joden moesten in de voorgaande verhalen hun problemen onder ogen zien, het bracht hun thuis na de ballingschap.
Ook wij kunnen van Hem wegkijken en dit door kleine dingen.
Zijn wij in staat om naar het kruis te kijken zonder schuldgevoelens of beseffen we dat ook wij schuldig zijn ?
Alleen als wij dit kunnen, zijn we klaar om op Pasen samen zijn verrijzenis te vieren.
Kijk gedurende deze vastentijd dus op naar de slang in je zand en maak je klaar voor Pasen.
Als een graankorrel sterft….
In één van de vorige zondagen leerden we dat het in de huidige tijd bijna onmogelijk is om de 10 geboden na te volgen.
Vandaag toont Jezus ons de weg om het onmogelijke toch mogelijk te maken.
Hij spoort ons aan om onszelf even opzij te zetten en de stem van God toe te laten zodat de 10 geboden in ons hart geschreven zouden staan en het toch mogelijk wordt om ze te volgen.
Het is als bidden, jezelf vrijmaken van elke gedachte, om God toe te laten tot je te spreken. Dit is niet vrijblijvend want eens we Gods wet in ons hart geschreven hebben, is er geen weg terug en kunnen we niet anders dan zijn Woord spreken en laten groeien. In die zin laten we de graankorrel onherroepelijk sterven om toe te laten dat hij vruchten zou voortbrengen. In deze vastentijd is het tevens een boodschap om ons voor te bereiden op het Paasmysterie zodat we kunnen ervaren dat Hij voor ons is gestorven.
We nodigen jullie uit om de gekregen graankorrels bij je kijktafel te voegen en enkele te laten kiemen.
Als je wil weten wat er dan gebeurt: kom en zie!
Op Palmzondag starten we de viering met de intrede van Jezus, op een ezelin, zoals een echte koning.
Het volk eert Hem door zijn pad zacht te maken: ze gooien nieuwe twijgen op de grond en leggen hun mantels erover. Hierdoor wordt Hij, zoals op een rode loper, binnengeleid, op weg naar zijn bestemming.
Het volk wuift Hem toe met palmtakken, teken van overwinning en roept:
“Hosanna”; “Red ons!”
Ook in de kerk komen we naar voor en treden steeds dichter bij het heilige.
We worden mee opgeheven in de sacrale sfeer.
We nemen een gewijde palmtak mee naar huis en plaatsen die bij het kruis, dat we nu sjorren, om onze kijktafel te vervolledigen. De groene tak herinnert ons aan de overwinning van Jezus op de dood: Hij heeft ons gered.
De kijktafels bij jullie thuis
Resurrexi et adhuc tecum sum:
Ik ben verrezen en vanaf nu blijf ik bij jou
Deze boodschap uit de hemel…kan je ze echt geloven ?
Het evangelieverhaal (Joh.20,1-9) van Pasen nodigt je in elke geval uit om stappen te zetten in het groeien in geloof.
Lees je mee?
In alle vroegte, terwijl het nog donker was, ging Maria van Magdala naar het graf. Ze zag dat de steen voor de opening van het graf was weggehaald.
Op dat moment denkt ze nog helemaal niet aan verrijzenis
Ze liep ijlings naar Simon Petrus en de andere leerling van wie Jezus hield.
Die andere leerling…zou dat jij kunnen zijn of ik?
De andere leerling liep harder dan Petrus en kwam het eerst bij het graf aan. hij wierp er een blik in en zag hoe de linnen doeken er nog lagen. Pas nadat Petrus het graf binnen ging, ging ook de andere leerling naar binnen.
Spreken over geloof doe je niet in het openbaar maar met iemand die je dierbaar is.
Spreek jij erover met je man of vrouw, je papa of mama, je opa of oma, je vriend of je vriendin?
Hij zag hoe de doeken er nog lagen, maar ook hoe de doek die zijn hoofd had bedekt, niet bij de andere doeken lag: hij was opgerold en lag apart.
Het lijken maar details maar ze vertellen je dat wat er gebeurde niet plots of impulsief gebeurde.
Hij zag en kwam tot geloof
Nadat je zelf stappen hebt gezet ontvang je het geloof, maar daarom begrijp je het nog niet.
Toen wisten zij nog niet wat de Schrift zei: dat Hij uit de doden moest opstaan.
Pas na het lezen van de Bijbel begin je het geloof te begrijpen.
Ook de kijktafel die je in de vasten lang hebt opgebouwd nodigt je uit.
Heb jij ze verder klaargemaakt voor Pasen met een open graf van wat steentjes of een eierschelp en ook een wit doekje opgevouwen?
Heb je samen naar de tafel gekeken en gesproken met elkaar?
Be-Leef je mee?