Zone Dilbeek

Pinksteren

DE GEEST WAAIT : Pinksteren 

In het evangelie van deze pinksterdag (Joh. 20, 19-23) gaat het over de volgelingen van Jezus: zoals Hij gevraagd had, waren ze samen gebleven. Jezus had hen gezegd dat Hij de heilige Geest zou sturen. Zonder goed te weten wie of wat de heilige Geest was, waren ze alvast maar samen gebleven: dat was immers de voorwaarde voor de komst van die heilige Geest. Nu Jezus bovendien ten hemel opgenomen was, hadden ze met Hem geen contact meer zoals voorheen, zodat sommigen tot Hem begonnen te bidden: dat Hij maar spoedig die heilige Geest zou zenden, want die – zo had Jezus gezegd – zou hen toch troosten voor het ‘verlies’ dat ze leden door zijn heengaan. In datzelfde stukje evangelie vernemen we ook dat de volgelingen van Jezus bang waren en onzeker, nadat Jezus ten hemel was opgestegen: ze bleven niet gewoon binnen, ze hadden zelfs de deuren achter zich stevig gesloten. Ze wisten verder niet goed wat ze moesten doen en hoe ze nu verder konden met hun leven. Ze baden samen opdat Hij maar spoedig een helper zou sturen. Want Jezus had hen beloofd dat Hij hen niet alleen zou laten, maar de Heilige Geest zou zenden.

 

Als je zo bidt om troost en hulp – zeker als je dat ook nog samen doet – word je verhoord. En zie, ze werden helemaal doordrongen van de Geest, die ze eerder in Jezus gezien en geweten hadden. Dat voelde aan als een zachte wind op hun gezicht, als een warm vuur in hun hart, als een tweede adem, als … Ze openden de deuren en gingen naar buiten. Hun onzekerheid en angst waren verdwenen. Ze begonnen te spreken over wat hen overkomen was. De mensen die hen toen zagen en hoorden, voelden wel aan dat die mannen recht uit hun hart spraken over iets dat ze zelf ook wel wilden meemaken en beleven. Daardoor aangesproken, konden de leerlingen niet anders dan vertellen over Jezus, want alleen zo konden ze duidelijk maken welke Geest Jezus bezield had en welke Geest hen nu ook bezielde. Hun getuigenis maakt dat wij tot op de dag van vandaag Jezus willen volgen.

 

Het is opvallend dat de volgelingen van Jezus baden. Jezus had het hun zo geleerd. Nu leerden zij het aan de mensen. En zie, toen ze dat deden, werden ook die mensen door diezelfde Geest bezield. Als wij bidden, zal ons hetzelfde overkomen – of beter: zal ook de heilige Geest op ons neerdalen. Bidden kan echter op vele manieren. Je kan dankbaar zijn voor iets, je kan iets vragen, je kan het stil maken,.…

 

Op deze feestdag stellen we je voor een windmolentje te maken waarop je een gebedje schrijft.  Wanneer je erop blaast of wanneer de wind er buiten door waait, is het alsof je gebed opvaart naar de hemel zoals Jezus deed en dat de heilige Geest in jullie midden komt zoals bij de eerste volgelingen van Jezus op de eerste pinksterdag.

 

 

windmolentje maken met een gebed
Wat heb je nodig?
gewoon dun papier, mag wit of gekleurd zijn. stiften of kleurpotloden om gebedje te schrijven en 1 kant te versieren een splitpen OF een nagel OF een speld met knop aan uiteinde
een schaar lijm: bv plakstift plastic rietje of tak uit de tuin of satéstokjes…

Hoe ga je te werk?
1. Je papier moet een vierkant zijn. Misschien moet je er een stukje afknippen
2. Zet langs 1 zijde van het papier de woorden van je gebedje. Het heeft niet zoveel belang hoe je het verdeeld. Het is iets wat jij wil bidden.
3. Draai het blad om en versier de achterkant met gekleurde lijnen of bolletjes of kruisen of…

4. Leg de kant met gebedje terug naar boven. Nu plooi je het vierkant in de helft toe.
5. Die helft plooi je ook nog eens toe. Je hebt nu een kleinere vierkant.
6. Leg dit vierkant nu met de openingen langs onder. Boven zijn de zijden toe.
7. Trek een lijntje tot het midden. Neem je schaar en knip op dit lijntje.
8. Vouw het papier terug open met het gebedje bovenaan.
9. Wrijf wat lijm in het middenste punt van het papier
10. Plooi nu één voor één de punten voorzichtig naar binnen zodat er een boog ontstaat (niet platplooien!) en plak de punten vast. Laat een beetje drogen.

11. maak in een ander papier een gaatje met een perforator. Knip rond dit gaatje uit. plak dit in het midden van het papier. Je kan nu met een schaar of een satestokje een gaatje maken in het rondje.

12. Stokje uit de tuin: neem een nagel en hamer en nog 1 klein stukje papier dat je over de nagel schuift zodat hij niet door het gaatje kan. Klop voorzichtig de nagel in de stok. Klaar
Of: 12: Plastic rietje: snij een verticaal gleufje in het rietje. Steek de splitpen door het molentje en dan door het rietje. Open ze een beetje. Klaar

Of 12 satéprikker : neem 2 satestokjes. Bind ze onderaan bij elkaar met een touwtje of elastiekje. Steek de splitpen door het molentje en tussen de 2 stokjes en plooi ze open naar de 2 kanten. Klaar.

Stuur ons een foto van jouw molentje! catechesedilbeek@hotmail.com

 

 

 

                                          

 

Elza Deleplanque            Simon