3 november

3 november

Naar jaarlijkse traditie organiseren de jagers van het Land van Gaasbeek op zaterdag 4 november in de Sint-Annakapel een Hubertusviering.
Deze gebedsviering start om 19.00 u. met de jachthoornblazers van Lembeek waarna brood en de aanwezige huisdieren, voornamelijk jachthonden worden gezegend.

Na de viering is er randanimatie rond de Sint-Annakapel met als hoogtepunt de veiling van wild- en streekproducten.

 

Wie was de Heilige Hubertus van Luik, patroonheilige van de jagers?
Hubertus is de zoon van de hertog van Toulouse. Hij wordt graaf aan het hof van koning Diederik. Hubertus is heel rijk en is samen met zijn vrouw en zoon heel gelukkig maar dan sterft de vrouw van Hubertus. Hij gaat dan heel alleen wonen in een afgelegen hut. Hij wordt een kluizenaar. Later wordt hij priester en bisschop. Hij gaat de mensen over Jezus vertellen. Dat doet hij vooral in het oosten van België, in Brabant en in de Ardennen. Na veel omzwervingen gaat Hubertus wonen in het dorpje Luik. Dat is dicht bij Maastricht. In Luik woont op dat moment de Merovingische koning. Hubertus wordt nu een soort hofbisschop van deze koning. Hubertus sterft in het jaar 727 en wordt in Luik begraven.
Dat is eigenlijk alles wat we over het leven van deze bisschop weten. Toch is Hubertus een heel bekende heilige bisschop. Hoe komt dat? Er wordt over Sint Hubertus een beroemde legende verteld. Dat ging zo.

 

Volgens de legende is Hubertus erg bedroefd over de dood van zijn vrouw. Hij probeert zijn verdriet te vergeten door zich met allerlei vermaak bezig te houden. Een van zijn grootste hobby’s is de jacht. Op een dag raast hij weer eens door de grote bossen van de Ardennen en ziet een prachtig hert. Hij begint het dier in te halen, dat angstig rent voor zijn leven. Hubertus lijkt de strijd te gaan winnen. Dan draait het hert zich ineens om. Het blijft staan en kijkt Hubertus aan. De jager spant de boog om het dier te schieten. Hij mikt en wil de pees loslaten. Dan ziet hij tussen het gewei van het hert een glanzend kruis. Als verlamd blijft Hubertus zitten. Hij vergeet te schieten. Hij kijkt naar dat kruis. Dan hoort hij een stem die tegen hem zegt: “Door al je aardse rijkdom moet je de echte rijkdom van de hemel niet vergeten”. Hubertus heeft lang voor zich uit zitten staren. Als hij weer na kan denken is het hert al lang verdwenen. Maar dat vindt Hubertus helemaal niet belangrijk. Hij moet nu aan heel andere dingen denken. In de wilde jacht is hij ver de bossen in gedwaald. Nu heeft hij veel tijd om over de woorden van die stem na te denken. Hubertus begrijpt dat hij te veel aan zijn eigen plezier heeft gedacht en daardoor God is vergeten. Dat zal vanaf nu anders worden. Wanneer hij op zijn kasteel terugkomt, komen er al allerlei mensen naar hem toe. Het zal wel weer een groot feest worden. Hubertus loopt langs hen heen zonder een woord te zeggen. De mensen begrijpen er niets van. Ze staan te wachten tot Hubertus weer zal gaan feesten. Maar Hubertus gaat niet feestvieren. Hij gaat naar zijn belangrijkste knecht. Aan die knecht geeft hij de opdracht, alles te verkopen en het geld aan de arme mensen te geven. In de stilte van de grote bossen in de Ardennen gaat hij helemaal alleen wonen. Hij bidt veel en denkt veel na over de woorden van God. Later werd hij bisschop van Maastricht-Tongeren en wordt heilig verklaard op 3 november 743.

 

Waarom wijding van het Hubertusbrood?
Omdat Hubertus, volgens het overgeleverde heiligenleven, destijds een kluizenaar heeft genezen van hondsdolheid door hem brood te geven. Nadat die man van hondsdolheid genas, wordt Hubertus speciaal aangeroepen tegen deze ziekte. Vandaar de zegening van het zogenaamde hubertusbrood. Brood gezegend op Sint-Hubertus moet immers dieren vrijwaren of helpen bij genezing van ziekten zoals hondsdolheid. Ook de zegening van jachthonden vindt hier zijn oorsprong.
Vroeger namen de kerkgangers ook wel zelf een broodje mee om het te laten wijden. Het moest, na de wijding, droog worden opgegeten alvorens men iets anders mocht eten.