De goede herder en de wereldgemeenschap
Ouders, kandidaat-eerstecommunicanten en broers of zusjes, komen aan in de Sint-Gertrudiskerk voor een ‘Godly Play’-verhaal. Wat ze mogen verwachten, weten ze niet goed.
Nadat iedereen is aangekomen, wordt aan elk kind gevraagd of het klaar is voor het verhaal. Daarna mag het plaatsnemen rond de verteller.
Die legt twee groene grascirkels voor zich neer. Uit een mand neemt ze een schaapskooi, schapen en de goede herder. De goede herder kent zijn schapen. Wanneer de goede herder van de schaapskooi naar de tafel wandelt volgen de schapen Hem. Ze kennen zijn stem en volgen Hem naar de tafel. De tafel van de goede herder herken je aan wat er op staat: brood en wijn. Meer is er niet nodig. De goede herder is in het brood en de wijn. Er komt een plaatsvervanger voor de goede herder. Hij spreekt de woorden van de goede herder. En rond de tafel van de goede herder komen, één voor één, mensen van over de hele wereld. Niet enkel volwassenen, ook kinderen staan rond die tafel.
Na het verhaal worden de kinderen uitgenodigd zich te verwonderen met enkele vraagjes. En dan gaan ze zelf aan de slag met papier en schaar, stiften en wasco’s, kinderbijbels, blokjes en het Godly Play-materiaal.
Wanneer de kinderen klaar zijn gaan ze opnieuw zitten om feestelijk af te ronden. Met een witte servet maken ze een tafeltje waarop een trosje druiven en een bekertje water wordt geplaatst. Iedereen wacht tot elk kind bediend is. Na het bidden van het ‘Onze Vader’ genieten de kinderen van wat voor hen staat. Daarna wordt rustig opgeruimd.
Dit Godly-Play-verhaal kent geen geheimen meer voor wie het heeft meegemaakt. Nu vraag ik me af of jij wel eens bij de tafel van de goede herder bent geweest. En ik vraag me af of jij weet waar de tafel van de goede herder is.
Marleen, catechiste