Zone Dilbeek

De kerkraad

Zoals in vele gemeenten zijn de kerkgebouwen belangrijke bakens in onze dorpskernen. Belangrijke momenten in ons leven werden en worden er gevierd of herdacht. Ons eigen huis
onderhouden we maar ook een kerk moet onderhouden worden, hier komt dan de kerkfabriek of kerkraad op de proppen. Voor vele onder ons is wat ze doet nog steeds een wat mysterieus gegeven. Ik geef dan ook eerst een woordje uitleg over het ontstaan en de werking ervan en laat dan enkele medewerkers aan het woord.

 

In de middeleeuwen en de eeuwen nadien bouwden talrijke handen de ene kerk na de andere. We moeten respect opbrengen voor de arbeiders en de architecten die in die tijd deze
monumenten bouwden, het was toch anders dan nu … Een kerk bouwen was als een vurig gebed tot de Heer, de torens moesten naar de hemel reiken als eerbetoon en werden en zijn nu nog de bakens in het Vlaamse landschap waarvan sommigen zelfs geklasseerd zijn. Eens de kerken er waren moesten ze ook beheerd worden. Ik ga u niet meenemen in de verschillende eeuwen maar bij het begin van de kerkfabrieken nl. bij de Franse revolutie met Napoleon waar de (Franse) staat, ook bij ons, alle kerkelijke goederen in kerken en kloosters aansloeg. In 1801 sloot Napoleon een concordaat met de kerk: de aangeslagen kerken bleven eigendom van de staat maar werden opnieuw ter beschikking gesteld van de eredienst en de overheid zou instaan voor het onderhoud ervan en voerde de kerkfabrieken in als beheerorgaan van de kerken en ze bestaan nu nog altijd.

De kerkfabriek is niet bevoegd voor de uitoefening van de eredienst: de pastorale werking en de geloofs- en spiritualiteitbeleving binnen onze zone is in handen van een vast team
verantwoordelijken en de pastoor.
Wat is dan wel hun opdracht? Een kerkfabriek moet het kerkgebouw onderhouden en in stand houden maar heeft als voornaamste taak ervoor te zorgen dat de eredienst in de kerk kan
plaatsvinden en moet hiervoor als goede huisvader, -moeder optreden. Ze zorgen ervoor dat al het materiaal voorhanden is voor de liturgie zoals bv kazuifels, kaarsen, miswijn, kelk,
hosties, orgel, maar ook de verwarming, de verlichting … Eigenlijk moeten ze op alle manieren ervoor zorgen dat de liturgie, catechese… er kan plaatsvinden en dit in ideale
omstandigheden.
Het decreet van 2004 heeft een artikel dat dateert van Napoleon, en dat nu nog van toepassing is, waar de wet de gemeente verplicht om het tekort aan inkomsten voor zowel de kosten van de erediensten als voor het onderhoud en belangrijke herstelwerken aan de kerk bij te passen. De kerkfabriek moet hiervoor verschillende wetgevingen naleven, net zoals een gemeentebestuur dat moet doen.

Jaarlijks dient ze dan ook in de maand juni een begroting op te stellen, zowel voor de kerk als
voor de pastorij, voor de gewone uitgaven, zoals:
– gas-, elektriciteit- en waterverbruik
– onderhoud van centrale verwarming, bliksembeveiliging, torenuurwerk, orgel, reinigen
dakgoten, gasdetectie, brandblussers, ….
– kleine herstellingen allerhande
– aankoop van kaarsen, bloemen, onderhoudsproducten, ….
Alsook voor de grote uitgaven, ook investeringen genoemd. Deze uitgaven komen vanuit een goedgekeurd meerjarenplan.

Daarnaast moet een kerkfabriek ook om de zes jaar meeschrijven aan een globaal kerkenbeleidsplan voor alle kerken in Dilbeek. Dit plan is geldig voor zes jaar en daaraan
wordt een meerjarenplanning gekoppeld waarin de nodige grote onderhoudswerken jaar voor jaar zijn opgenomen. Dit jaar hebben alle kerkfabrieken hier werk mee, want tegen deze
zomer moet de gemeente beschikken over een goedgekeurd kerkenbeleidsplan voor de hele gemeente voor de periode 2025-2031.

 

Onze parochiegemeenschap Dilbeek telt 5 kerkraden (één voor elk kerkgebouw) en bestaat uit 5 leden plus de verantwoordelijke van de parochie , tot nu toe de pastoor. Hun mandaat duurt zes jaar en is na verkiezing verlengbaar. Om de drie jaar zijn er (her)verkiezingen voor een gedeelte van de leden die onderverdeeld zijn ; ‘grote helft’: voorzitter, secretaris en penningmeester en de ‘kleine helft’ met twee leden.

Tot zo ver wat een kerkfabriek is en doet.

 

Al deze vrijwilligers interviewen was onbegonnen werk dus heb ik het aan onderstaande mensen gevraagd of ze iets willen vertellen over hun motivatie, hoe ze eraan begonnen zijn en
wat hun werk inhoudt.
Hilda Stoop is reeds meer dan 37 jaar actief in de kerkfabriek van Sint-Gertrudis-Pede, eerst als gewoon lid, nadien secretaris en sedert 2007 als voorzitter.
Hilda somt de werken op die de voorbije jaren werden uitgevoerd aan de kerk en pastorij: een nieuwe centrale verwarming in de kerk en in de pastorij, herstellen van de daken van de
toren, het koor, de sacristie en de weekkapel en berging, binnen schilderwerken van de pastorij, herstellen tuinmuur van de pastorij, buitenschilderwerken van de kerk, een nieuwe
geluidsinstallatie, uitbreiding van het orgel met een 16-voetregister …..
De volgende werken staan nog op stapel uit de oude meerjarenplanning:
– het isoleren van de west- en noordgevel van de keuken van de pastorij
– de renovatie van de westgevel en nazicht van de zuidgevel. De eerste stap hiervoor is een architect aanduiden, nadien kan het nodige gedaan worden om de werken effectief uit te
voeren.

Wij zijn steeds opnieuw bezig met allerhande logistieke en technische zaken om de geloofsbeleving van alle gelovigen mogelijk te maken in een aangename omgeving en
hopelijk lukt ons dat, tot zover Hilda

Anita Mertens is sinds vorig jaar een nieuw lid en secretaris van kerkfabriek van de Sint- Ambrosius Dilbeek en dit op vraag van pater Jude.Ze vertelt: “Nu moet ik toegeven dat ik nooit veel aandacht had voor het materiële aspect van het kerkgebeuren. Mijn persoonlijke interesse ging eerder naar spiritualiteit en pastoraal. Maar volgens onze pastoor was er een andere functie die dringend moest worden ingevuld. Ik heb me dus na enige bedenktijd beschikbaar gesteld als secretaris. Al 13 jaar woon ik in Sint-Gertrudis-Pede waar ik me snel integreerde in een warme parochiegemeenschap. Maar Sint-Ambrosius is me ook niet vreemd, integendeel. Het is mijn oorspronkelijke parochie waar ik gedoopt en gevormd werd, waar ik opgroeide, vormselcatechese gaf en een tijdje actief meedraaide in de parochieploeg. Bij de eerste kennismaking met de nieuwe Kerkraad zag ik enkele oud gekenden terug. Ik kwam terecht in een enthousiaste ploeg met een gedreven voorzitter, een bekwame penningmeester en gemotiveerde leden.

Mijn taak als secretaris houdt veel meer in dan ik me kon voorstellen maar ik vind het boeiend daarin te groeien en als één equipe ten dienste te staan van de Kerk. Ik wil me niet beperken tot het notuleren van de vergaderingen, het nauwkeurig bijhouden van het archief of andere administratieve taken. Vanuit een evangelische bewogenheid wil ik ook graag meewerken aan een positieve, constructieve en warme werksfeer in en met de Kerkfabriek.”

Wilfried De Moyter, gewoon lid van kerkfabriek Sint-Rumoldus Schepdaal en vertelt over hoe hij er aan begonnen is: Toen er in Schepdaal geen volledig kerkbestuur meer was werd
mij, door de toenmalige pastoor, gevraagd om lid te worden van de kerkraad. Na overleg en verzamelen van info van wat een kerkraad eigenlijk is nam ik dit aanbod aan daar ik wel
geïnteresseerd ben in de geschiedenis van gebouwen en onderhoud van een kerk belangrijk vind. De eerste vergaderingen verliepen , zelfs met onze weinige ervaring, heel goed en er
werd gestart om naar een toekomst te zoeken voor de kerk, de zaal en de pastorij om zo iets te betekenen voor de gemeenschap. Twee gebouwen zijn nu verhuurd : de pastorij met een pacht voor Ferm die er een kinderdagverblijf in uitbaat en dan Ons Gildenhuis waarvan de zaal en de appartementen (verhuurt door een sociale verhuurmaatschappij) een nieuw kleedje kregen en onder de hoede staan van een VZW. In het vorige kerkenplan werd in overleg aan de kerk van Schepdaal een herbestemming toegekend. Hoe spijtig dit ook is, alle kerken kunnen niet open blijven! Nadat de Schepdalenaren werden bevraagd kwamen er vergaderingen met gemeente en planbureau die een voorstel uitwerkte dat ons wel aansprak. Het was iets voor de grote gemeenschap maar er was nog een deel bruikbaar voor liturgie. Spijtig genoeg is dit project niet verder uitgewerkt door geen interesse en geldgebrek van het voormalig gemeentebestuur.
Onze kerk wordt nu alleen nog maar gebruikt voor uitvaarten, die ook steeds minder worden, maar toch ga ik elke week eens binnen, als was het maar om de spinnenwebben te verwijderen en doe regelmatig de toer van de buitenkant van de kerk want het is een favoriete plek voor sluikstorters!
Een zekere binding hebben met het religieus gebeuren en gelovig zijn is belangrijk maar anderzijds is de expertise van mensen ook belangrijk.

 

De kerkfabrieken vormen een belangrijke schakel in de goede werking van een parochie en federatie. Godzijdank zijn er nog altijd personen die bereid zijn op vrijwillige basis, gratis en
voor niets, hun krachten daaraan te wijden. Ze verdienen onze oprechte dank en waardering, dus de volgende keer als je een kerk binnengaat of bezoekt weet dan dat er in de achtergrond mannen en vrouwen werken om onze kerk(en) open te houden, te onderhouden en er voor zorgen dat onze vieringen nog in een kerk kunnen doorgaan.