Zone Dilbeek

archief eerste communie

Eerste communie 2018

We feliciteren onze eerste communicantjes en hun ouders !
We zijn blij dat er jaarlijks een aantal ouders hun kinderen naar onze geloofsgemeenschap brengen om daar hun eerste communie te ontvangen.

Dit jaar waren er op 6 mei 3 en op 27 mei 10 eerste communicantjes.
Tijdens deze zondagsviering gaat de aandacht op drie verschillende momenten naar de kinderen. Eerst bij het binnenkomen, dus achteraan in de kerk, daarna vooraan in de kerk tijdens de lezing van het evangelie en tenslotte tijdens de consecratie, rondom het altaar. Dat is bewust zo gekozen. Drie momenten waarin we vertellen over Jezus en Hem zo dichtbij hen brengen. Bij het binnenkomen is Jezus blij dat mensen komen vieren, dan luisteren we naar Jezus die tot ons spreekt in het evangelie en daarna vieren we met Jezus die brood met ons deelt en brood om van te leven is.

De eerste zondag werden de klokken speciaal voor de communicantjes geluid. Achteraan in de kerk, onder de toren, luisterden ze naar het geklingel. In elke klok is er een klepel die heen en weer zwaait wanneer er aan de klokken getrokken wordt. De pastoor had een kleine bel meegebracht zodat ze konden zien hoe een klok beweegt. Zo gaat de klok ‘praten’. Je kan het vergelijken met de tong in onze mond die heen en weer gaat en ons doet praten. De klokken vertellen bij elke slag: Jezus leeft ! Jezus leeft! Daar mogen we aan denken elke keer dat we de klokken horen luiden.

De tweede zondag stond de groep communicantjes buiten te wachten.

Niet aan het hoofdportaal, dat we allemaal kennen, maar aan een kleine deur thv de parking naast de kerk. Die deur is normaal gezien vergrendeld, maar nu werd ze speciaal voor hen geopend. De pastoor nodigde hen uit om binnen te komen en zo stonden ze rechtstreeks in de doopkapel. Vroeger was dit de toegang voor wie niet, of nog niet, gedoopt was. Er is daar één trede naar beneden. Je kan je voorstellen dat onderaan water stond. Als je door het water ging, kon je gedoopt worden. Maar het was praktischer om het water in een grote kom te bewaren: dat is de doopvont. De kinderen werden uitgenodigd om met enkele vingers wat water uit de doopvont te nemen en daarmee een kruisteken te maken. Dat doet denken aan hun doop. In de kerk komen we samen met gedoopte mensen. Als we langs de gewone deur een kerk binnengaan, hangen er wijwatervaatjes waar we onze vingers in kunnen dopen en een kruisteken maken. Zo denken we altijd weer aan onze doop.

We geloven in een Jezus die verrezen is en die ons nabij is. In het evangelie horen we Hem spreken en we luisteren naar Hem. De kinderen mochten vooraan komen zitten, net voor de communiebanken. Zo konden ze van dichtbij zien hoe dik een bijbel wel is en konden ze aandachtig luisteren naar het evangelie. De eerste zondag werd het verhaal van Zacheus verteld. Hij wou graag Jezus zien, maar was erg klein van gestalte. Hij kon niet over de mensen kijken. Daarom klom hij in een vijgenboom. Maar Jezus zag hem toch zitten en vroeg hem om naar beneden te komen. Hij was blij om Zacheus te ontmoeten en zou die dag nog bij hem op bezoek komen.

De andere zondag hoorden we hoe de apostelen de kinderen van Jezus weg willen houden. Maar Jezus vermaant hen: Laat de kinderen tot Mij komen! Met open armen verwelkomt Hij hen. Hij zegent hen. Jezus is blij dat we naar Hem komen luisteren. Dat kan elke zondag in de eucharistie. De kinderen mogen gerust aan hun ouders vragen om nog naar de mis te komen. Ze zijn welkom. Jezus verwacht hen.

Tenslotte mochten de kinderen vooraan rond het altaar komen staan.

Achter het altaar, in één van de glasramen, zien we een afbeelding van het laatste avondmaal. Dat raam is zoals een stripverhaal: we zien 12 mensen aan tafel zitten en ook Jezus, te herkennen aan de gele cirkel rondom zijn hoofd en een kelk in zijn hand. Vlakbij Jezus zit zijn beste vriend Johannes. De kinderen zijn die dag zoals de beste vriend van Jezus. Ze staan heel dicht rond het altaar, terwijl de andere mensen wat verder in de kerk zitten.

Rond het altaar hoorden ze hoe Jezus met zijn vrienden samenkwam.Hij wist dat het de laatste keer zou zijn en daarom wou Hij hen iets geven dat hen voor altijd aan Hem zou doen denken. Hij keek eens rond en nam iets wat hij kon uitdelen: brood. Hij zegende het brood, brak het in stukken en gaf het aan zijn vrienden. Zo’n stukje brood krijgen we elke communie weer. De hostie is rond, en je mag er gerust een gezicht in zien: het gezicht van Jezus. Zo kijk jij naar Jezus. Maar weet dat Jezus ook altijd naar jou kijkt en voor jou zorgt .

De pastoor deed ook een oproep aan de ouders. De eerste communie is geen eindpunt maar een begin van gelovig op weg gaan. Om te weten wat dat inhoudt zijn de kinderen steeds welkom in de viering. Het kind kan zelfs terug mee vooraan staan. Elk kind is als misdienaar welkom. De kinderen zullen ook regelmatig een speciale uitnodiging ontvangen. We hopen dat we samen met hen ons geloof nog vaak mogen vieren.

eerste communie 2019
De eerste communie: de kinderen op zoek naar Jezus… en Jezus wacht de kinderen op.

De zes communicantjes van onze zone waren op hun paasbest uitgedost voor deze grote dag. Achteraan in de kerk wachtte mijnheer pastoor ze op en werden ze verwelkomd. Achteraan is ook de beste plaats om op te kijken naar de vele dikke pilaren die in de kerk staan. Ze ‘reiken’ omhoog en ‘vertakken’ als een boom bovenaan, tegen het gewelf. Daar vinden de ‘takken’ elkaar en zijn ze in elkaar verstrengeld. Als we dit zelf nadoen, strekken we onze handen boven ons in de lucht, waar ze elkaar raken en ‘verstrengeld’ worden. En kijk, dan zijn je handen klaar om te bidden…

Door de mooie middengang tussen de hoge pilaren bracht de pastoor de kinderen naar voor. Op de eerste rij konden ze alles goed volgen. En daar kregen ze het verhaal van Zacheus te horen. Zacheus wist dat Jezus in de buurt was en hij wou Jezus graag zelf eens zien. Maar Zacheus was klein van gestalte, maar ietsje groter dan de communicantjes, en dus kon hij niets zien omdat er al veel te veel volk voor hem stond. Hij zag echter een vijgenboom en klom daar in. Nu zat hij pal boven de weg waar Jezus voorbij zou komen. Hij zat ook goed weggestopt want de bladeren van de vijgenboom zijn groot en prima om jezelf er achter te verstoppen. Toen Jezus onder de boom stond, keek Hij omhoog. Hij hield veel van de vruchten van de vijgenboom, de lekkere vijgen. Maar een vijg zag niet, enkel Zacheus. Hij riep Zacheus en vertelde hem dat hij graag bij hem thuis zou langskomen. Zacheus werd hier heel gelukkig van.
De pastoor vertelde ook dat hij in de kerk eens een grootmoeder met haar kleinzoon tegenkwam. Het was een gewone dag en de kerk was verder leeg. De grootmoeder vertelde dat ze graag Jezus aan haar kleinzoon wou laten zien. Het kind vroeg aan de pastoor waar Jezus was want hij had Hem nog niet gezien. De pastoor antwoordde dat Jezus zich niet zomaar laat zien. Je moet er een beetje voor zoeken en naar uitkijken. Net zoals Zacheus op de uitkijk stond.

Rond het altaar mogen de communicantjes de zegening van brood en wijn meemaken. Natuurlijk willen ze graag een hostie ontvangen. De hostie is rond zodat ze ons doet denken aan het gezicht van Jezus. Wij kijken naar Jezus maar er is meer. Jezus kijkt ook naar ons . Hij wil heel graag altijd dicht bij jou zijn, ook als jij er niet aan denkt.
Door samen met onze gelovige gemeenschap hun eerste communie te vieren, hopen we dat de kinderen langzaam ontdekken wie Jezus is, dat Hij ons steeds nabij is en dat de liefde van de Heer ons vreugde en kracht geeft. Altijd weer.

Met het liedje ‘Ga in vrede, ga in liefde, ga in de kracht van onze Heer’ sloten we deze bijzondere viering dan ook gepast af. Op zondag 23 juni hopen we de kinderen terug te zien om samen Sacramentsdag te vieren.

De eerste communie 2020 : de eerste zullen … de eersten zijn.
Op zondag 20 september 2020 mochten Louise en Chloé hun eerste communie ontvangen tijdens een zondagsviering.
Ze waren piekfijn uitgedost, een beetje zenuwachtig en vergezeld door hun naaste familie. Door de Coronamaatregelen mochten er maar een beperkt aantal familieleden aanwezig zijn. Maar die waren met zorg uitgekozen en leefden mee met hun communicantje.
In het evangelie van deze zondag hoorden we hoe Jezus aan zijn apostelen de parabel van de landeigenaar vertelt. De landeigenaar ging arbeiders huren voor zijn wijngaard. Hij deed dit vroeg in de ochtend en nog op vier verschillende momenten tijdens de dag. Op het moment dat de verloning moest uitgedeeld worden, gaf hij elke arbeider hetzelfde loon. Zo werden de laatsten de eersten en de eersten de laatsten.
De pastoor maakte een verwijzing naar de leefwereld van de communicantjes. Ze werken immers nog niet, ze gaan nog naar school. En we hopen dat ze daar dan mogen vertellen wat ze dit weekend meegemaakt hebben. Dan kunnen ze zeggen: wij mochten als eerste te communie gaan en als jij dat wilt, ben je er ook welkom en zal je ook de communie kunnen ontvangen. Want in de kerk is iedereen altijd welkom. Wanneer je maar wilt, morgen, over een paar weken, over een paar maanden of een jaar… Het kan nog altijd!
In het verhaal van de landeigenaar worden de mensen ‘s avonds terug naar huis gestuurd. Was het werk gedaan? Waarschijnlijk niet. Misschien zouden ze de dag erop weer werk krijgen. En voor de communicantjes is het ook nog niet gedaan na deze dag. Veel van wat er in de kerk gebeurt, begrijpen ze nog niet. Dat hoeft ook niet, elke keer dat ze komen, wordt er wel iets duidelijker of iets uitgelegd. Ze mogen alle tijd nemen. Ze krijgen sowieso alles wat ze nodig hebben. Ja, echt alles. Bovendien zullen de communicanten vandaag zeker cadeautjes krijgen. Die geschenken zullen voor altijd aan deze dag doen denken. De dag dat ze alles kregen, al wisten ze nog niet wat dat juist zou betekenen.
En dan was het moment gekomen om de hostie te ontvangen. De pastoor vroeg eerst om eens goed naar de vorm van de hostie te kijken. Ze is mooi rond. Waarom ze rond is heeft een kloosterzuster, die de hosties uit een grote platte plaat van hostiedeeg drukte, aan de pastoor uitgelegd. De ronde vorm doet ons aan het gezicht van Jezus denken. Wij vergeten Jezus wel eens, maar op het moment van de communie zeker niet. En Jezus, die vergeet ons nooit, die denk altijd aan ons.
Als geloofsgemeenschap was het fijn om, ondanks de Coronamaatregelen, de twee stralende gezichten van de kinderen te zien. We hopen hen snel terug te zien.